De feestende massa richtte zich op en kwam eindelijk weer bijeen in de hoofdstad voor Amsterdam Dance Event. Onmetelijke hoeveelheden geluk balden zich samen tijdens Into the Woods op de NDSM-werf. Dit is het verhaal van beloftevolle dromen die na bijna twee jaar weer een hoopvol vervolg krijgen.
De pont! Daar is de pont! De pont die ons naar vertrouwd gebied vaart. De NDSM-werf is onze bestemming vandaag. Rauwe, industriële partygrond. Al lang en breed ingewijd, we hoeven de kenners niets uit te leggen. De vetste feesten hebben hier plaatsgevonden, in gruizige scheepsloodsen en op gure vlaktes. Feesten waarbij het leek alsof de zon nooit meer zou opkomen, maar wel uitbundig scheen in hevig dansende lichamen.
Deze keer is het de beurt aan Into the Woods, dat haar bewierookte sprookjesachtige boservaring sinds 2017 ook creëert op het beton aan het IJ. Onbegonnen werk, zou je denken, maar de brigade die Kultlab heet, meert aan met scheepsladingen vol creativiteit. Als je ergens eindelijk weer van een grenzeloze festivalvibe wil proeven, dan is dit de plek; Kultlabs grootste productie ooit voor 15.000 bezoekers per dag. Zet je schrap, hou je vast, want er komt straks wat op je af.
De pont vertrekt! Het is echt waar, zie de deining van het water maar. Het biertje in de trein heeft mijn opwinding niet kunnen doen luwen, zoals ook de wind hier nooit helemaal gaat liggen. Ik ben voorbereid als vanouds, met een warme legging onder mijn broek en meerdere kledinglagen over mijn bovenlichaam. Leer mij de werf kennen, het kan daar venijnig koud zijn.
Wie daarop ook heeft geanticipeerd is Rafael Stomp (27), legerbroek om zijn benen, dikke jas en dito trui om zijn schouders. Bewapend met een foto- en videocamera zet hij koers naar de werf. Niet zonder missie. Hij gaat de show van zijn broeders en zusters van Three Little Clouds vastleggen, de funkformatie die vlak voor corona op doorbreken stond, maar dat in de knop gebroken zag worden.
Vandaag is alles anders. Vandaag is de dag dat hun belofte herrijst. Hun droom is niet vervlogen. Ben je mal, funkfanaten zijn het, die laten zich niet stil krijgen, die hebben de groove en blijven altijd bewegen. Ontluiken zullen ze vandaag! En wij ontluiken gretig met ze mee. We zijn klaar voor ‘the cloud experience’.
‘Nu kunnen ze het eindelijk weer voor dansend publiek laten zien, in plaats van zittend publiek’, zegt Rafael nonchalant leunend tegen de reling van de pont, terwijl industrieel Amsterdam langzaam aan hem voorbij trekt. ‘Ik kan natuurlijk niet voor hen spreken, maar ik denk dat als je weer mag en dan gelijk op Into the Woods op de allervetste locatie van Amsterdam Dance Event staat, dat is wel zo van: ha, we gaan weer verder waar we gebleven waren.’
Hij geeft het grif toe: de zenuwen speelden in aanloop naar dit weekend op. Ook voor Rafael is dit het eerste grote festival ‘met allemaal mensen’. Hij is benieuwd wat dat met hem doet. ‘Ik ga gewoon lekker rondlopen, kijken of ik ga genieten. Ik denk het wel hoor. Ik laat het gewoon gebeuren. Het voelt nu al bijna weer hetzelfde als voorheen wanneer ik meeging met dj’s of bands. Same way, different times, weet je wel. Ik heb er zin in en ben eraan toe.’
We naderen de werf. De colonne feestgangers op de pont maakt zich op voor de eerste stap aan wal. Het staal van de aanlegsteiger raakt de vaste grond en de meute komt in beweging. We hoeven alleen maar de aanzwellende beats te volgen. Op naar het festivalterrein!
Het is nog vroeg, de binnenkomst verloopt voorspoedig. De beveiligers doen hun werk vakkundig en snel, de rij bij de kluisjes is er nog niet en er zijn zoveel muntenloketten, dat ook daar alles van een leien dakje gaat. Soepel glijden we in de festivalvibe, zoals de pont net door het water van het IJ.
Bij binnenkomst legen fotograaf Mitchel Lensink en ik eerst onze blaas. Ik word zelfs dolblij van de aanblik van al die plaskruizen. Ik heb die dingen gemist. En de gesprekken die daar vaak ontstaan, natuurlijk. De spontane ontmoeting, de korte maar krachtige momenten van connectie met een wildvreemde, ze vormen een niet te onderschatten waarde van festivals.
We hebben onze route over de werf voor het eerste dagdeel uitgestippeld. De Barn, een vette uit hout opgetrokken stage, is onze eerste halte. Want daar draait Bastienne haar openingsset. Basje Feenstra (28), zoals ze buiten de podia heet, heeft een soortgelijk verhaal als dat van Three Little Clouds. Steeg als beloftevol house- en techno-DJ op in de periode voordat het coronavirus uitbrak en werd net zo hard weer teruggezet op aarde.
Maar ze zweeft weer. Basje beleefde een hete nazomer in Bret, de Amsterdamse club die razendsnel overging tot dagfeesten toen bleek dat dat voorlopig de enige weg was. Haar rol veranderde daardoor van nacht- naar dagmanager, maar ach, er kon in elk geval weer gefeest worden. En waar feest is, daar draait Bastienne. In een mum van tijd werkte ze zich op tot ‘a regular behind the decks’ bij Bret; gisteravond hostte ze zelfs haar eigen clubavond met een door haar gecureerde line-up vol bevriende dj’s, zoals Mahabe, Marie Montexier, Thrills in +41 en CDF.
Een dampend feest en een paar schamele uurtjes slaap verder staat ze achter de decks op Into the Woods. Het begint zowaar weer op DJ-leven te lijken. Waar ze normaal BPM-level standje-hard-gaan aantikt, klapt ze nu aangenaam voortstuwende beats door de boxen. Het is alsof Bastienne ermee aangeeft: het ritme van de dag begint hier en nu, voel het en dans. ‘Alsof ze je een duwtje in de rug geeft’, merkt Mitchel naast mij op.
We zijn niet de enigen die dat gevoel hebben. Steeds meer festivalgangers druppelen binnen en blijven kleven, gegrepen door de passende platenkeuze van Bastienne, die de toon zet van wat een fabelachtige festivaldag moet worden.
Een verdiend applaus na haar laatste schijf. Basje tolt enthousiast achter de decks vandaan. Wij vangen haar op voor een gesprek aan de achterzijde van de Barn, badend in het aangenaam warme schijnsel van de herfstzon.
Klassieke vraag: wat gaat er nu door je heen?
‘Dit was wel even een mijlpaal. De eerste keer op Into the Woods, op de NDSM-werf, echt supertof. Ik vond het ontzettend spannend om hier te draaien, heb de hele week in de stress gezeten en in mijn broek gescheten. Maar nu ben ik heel erg blij. Zo fijn om in één ruimte de liefde voor muziek te kunnen delen met mensen. Het is aan andere mensen om te bepalen of ik het goed heb gedaan. Het openingsslot vind ik het moeilijkste slot om te draaien. Met wat je doet zet je de toon voor de dag. Ik ben de laatste tijd heel erg in techno gedoken, maar kan hier niet meteen gaan knallen. Het was zoeken naar een manier om het wat rustiger aan te doen. De muzikale uitkomst was een beetje grimmig, maar ik vond het wel vet.’
Hoe is het om eindelijk weer voor publiek te draaien?
‘Het is zo fijn om mensen te zien die ik zo lang gemist heb. Toen ik net begon met draaien coachte Han van de Grift van Mahabe me. Hij vroeg: waarom wil je dj zijn? Dat zit voor mij heel erg in alle nieuwe vrienden die ik maak. Ik heb die ontmoetingen gemist. (Basje krijgt een warme knuffel van een passerende dame) Kijk, dit dus, daar ga je. Ik heb haar via feestjes ontmoet. En zo zijn er heel veel. Eindelijk zien we elkaar weer en komen er nieuwe vrienden bij. Gisteravond in Bret kwamen er ook weer allemaal mensen naar me toe. Of ik een keer een mix van iemand wilde luisteren, een vraag over bepaalde platen die ik leg, het kan alle kanten opgaan. Zo ontstaan steeds nieuwe collecties van vriendschappen.’
Voor corona ging je als een speer, maar dat werd ineens gedwarsboomd. Hoe ben je daarmee omgegaan?
‘Ik moet zeggen dat ik de afgelopen anderhalf jaar redelijk positief ben doorgekomen. Dat zit in mijn karakter. Maar wat ook meespeelde: het was allemaal eng en spannend wat er op me afkwam, ik vond het erg snel gaan. Ineens had ik de tijd om mezelf te ontwikkelen, rustig aan een stijl te vinden en mijn techniek te verbeteren. Ik merk dat ik de tijd heb gekregen om zelf blij te zijn met wat ik doe. Ik kan nu oprecht denken: hey, goed gedaan. Dat kon ik daarvoor niet. Dus de coronatijd heeft mij in die zin goed gedaan. En ik heb veel radioshows gedaan. Of je nu op het podium voor publiek staat of draait voor een livestream met een handjevol luisteraars: je maakt meters. En ook daar ontmoet je weer nieuwe mensen.’
Je bent nachtmanager bij Bret, momenteel een dagclub. Wat doet die gedwongen switch naar de dag met de vibe op de vloer?
‘Helemaal nieuw is het niet voor Bret, al gingen we altijd door in de nacht natuurlijk. De sfeer is er niet minder om, hoewel mensen er overdag wat meer moeten inkomen. Als de schemering inzet gaat het los. Bret is een heel mooie club. Om twaalf uur ’s middags lopen mensen met blote borsten rond. Heerlijk dat je je zo vrij kunt voelen.’
Het gaat hard met je DJ-carrière. Waar gaat dit naartoe als het aan jou ligt?
‘Ik vind het nog steeds allemaal heel spannend, dus het moet vooral niet te snel gaan. Maar ik heb wel altijd geroepen: als ik op Lowlands speel, dan ben ik er wel. Weet je, en daar heb ik het met Han vaak over gehad, ik heb het voor elkaar als ik dit structureel kan blijven doen. Dan maakt het niet uit of de podia groot of klein zijn, als ik maar op nieuwe plekken kan staan en nieuwe mensen kan ontdekken. Als ik dat mag doen de rest van mijn leven, dan ben ik gelukkig.’
Haar vader duikt op, Basje vliegt blij naar hem toe. Liefde, ik voel veel liefde deze dag. Nu al. Het zijn al die gelukkige koppen, die opeenvolging van omhelzingen. En het is die enorme uitspatting aan creativiteit, overal waar je kijkt. Tijd voor een rondje terrein. Nu ja, rondje… Getrainde benen heb je nodig, om overal te geraken en alles te aanschouwen. Daarbij kom je oren en ogen tekort om het gecreëerde in je op te nemen.
Kijk, daar slaan de vlammen uit de bek van een stalen draak die wordt bestuurd door een kunstenaar, waarschijnlijk zijn geestelijk vader. En check die enorme kraan, waarin je kunt raven op grote hoogte. Werp eens een blik over je schouder, want daar hangen duizenden glinsterende brillenglaasjes aan een bestaande staalconstructie. Moet je vanavond eens zien, dan staan er lichtkanonnen op gericht en is het spacen geblazen.
Het is het werk van ATM Atmosphere, festivaldecorbouwers bij uitstek. Met maar liefst zes indrukwekkende objecten en installaties is dit kunstenaarstrio – Antal Bos, Thijs Trompert en Marisja Smit – hofleverancier van deze editie van Into the Woods. Dat varieert van een vette, stalen cocktailbar tot het subtiele kunstwerk met de brillenglaasjes aan meterslange draden en van een van hun Klapkarren die regelmatig dienstdoen als dj-booth tot hun nieuwste productie: de Boomboom, een reusachtige stalen boom met ergens net onder de top een intieme stage voor de betere hutje-mutje-ervaring.
We treffen de drie met een cocktail in hun hand. Marisja lacht met haar hele gezicht. ‘Dit is zo bijzonder. Ons eerste festival na zo’n lange tijd. We waren vroeg met opbouwen, voor de mensen uit, want we zitten met groot materiaal, een kraan, noem maar op. Ik was een beetje bang dat ik onwennig zou zijn, dat ik niet de energie te pakken zou hebben om zulke lange dagen te maken zoals we altijd deden. Maar iedereen zit in dezelfde rush, het is amazing.’
En toen kwam die eerste festivaldag, de poorten open voor publiek. ‘Ik dacht: kan ik het nog, wil ik het nog? Maar het is gewoon een warm bad waarin je valt. Ik ben zo blij dat het weer mag. Al die creatieve partijen waar we al zo lang mee samenwerken en zo lang niet hebben gezien. Heel mooi om elkaar weer te zien en dat op deze plek, met dit weer.’
Thijs: ‘Dit is een soort van thuiskomen. Het mag allemaal weer. Buitenspelen en thuiskomen tegelijk, dat lijkt wel een contradictie. Ik word er hartstikke blij van om al die mensen hier te zien lopen en dat we wat hebben kunnen bijdragen door van alles hiernaartoe te slepen, en van een kale betonvlakte een soort Into the Woods te maken. Dat was nogal een gesleep, in drie dagen tijd.’
Marisja: ‘Ik denk dat ik voor ons alle drie spreek als ik zeg dat we aangenaam verrast zijn. We waren vergeten hoeveel energie je krijgt als je energie in het festival stopt. Die wisselwerking met andere partijen, de lichtkunstenaars die onze objecten met lasers afmaken, het geluid van de dj’s erbij, dat geeft zoveel energie.’
Antal: ‘Het valt ouderwets samen. Alle puzzelstukjes vallen in elkaar.’
Thijs: ‘En we waren vergeten hoe goed we erin waren. We kwamen hier met een heel team, maar het ging soepeler dan verwacht. Konden we weer naar huis. Een magisch begin. Gisteravond ook joh, al die smiling faces, iedereen tussen elkaar door, tegen elkaar aan botsen. What the fuck, haha.’
Antal: ‘De vuurdoop van de Boomboom? Ja, die komt hier goed tot zijn recht, hij is voor deze plek gemaakt. Dat industriële van het staal dat we gebruikt hebben, al die mensen daarboven op elkaar, hutje-mutje. Ik stond ertussen, het was helemaal vol met twintigers. Ik dacht bijna: ik durf niet meer, haha.’
Klinkt als een spannende trip de hoogte in. Dat gaan Mitchel en ik straks ook ervaren. Eerst maken we ons op voor de comeback van Three Little Clouds voor publiek, over een half uur in de Harrie. Onderweg valt ons oog op een kleine tent die tot ‘De Backstage’ gedoopt is. Zowaar krijgen we toegang tot deze loungespot, waar lome reggae klinkt en zachte banken uitnodigen tot neerploffen.
En hey, die jongeman die daar nonchalant onderuitgezakt zit, is dat niet gitarist Joèl Soedito van Three Little Clouds? De enige echte. De wereld is klein, ook op de werf. Kort praatje dan, want hij moet zo de planken op. ‘Hoe we hiernaartoe hebben geleefd? Dat we eindelijk kunnen loslaten, alsof we eindelijk kunnen ademen. Eindelijk normaal ons eigen ding doen zonder ergens rekening mee te houden. Dit gaat sowieso supergaande worden.’
Three Little Clouds is een liveband pur sang. De funk, de groove, ze creëren het om te delen met publiek, live and direct. Joèl: ‘Om zo de energie terug te krijgen. Met die zittende shows hebben we dat niet gehad. Mensen ging staan op hun stoel, maar dat is toch anders, het voelde meer als een soort repetitie dan als een daadwerkelijke show. Dat gaat nu wel gebeuren, real deal man en nu ehh…’ Hij werpt een blik op zijn telefoon en veert overeind. ‘Nu moet ik snel daarheen, haha. Yo!’
En weg is ie, recht op zijn doel af. Klaar om vuur te maken op het podium. Wij maken ook aanstalten. We zijn benieuwd. Hoe spelen de Clouds na zo’n lange onderbreking? Hun belofte was groot, dat hebben we van dichtbij gezien. De band trad op bij De Wereld Draait Door, op Amsterdam Open Air, Central Park en was in 2019 de huisband van het Grolsch Gouden Kalveren Festival. Is die vlam nog altijd daar? Gaan ze funk brengen zoals funk bedoeld is? Krijgen ze de menigte weer uitbundig aan het dansen?
We zullen het weldra weten. De Harrie, een imposante tent, is vrijwel leeg als wij onze entree maken. De Clouds staan voor een opgave, zoveel is zeker. Maar hey, ze hebben de vibe van de dag mee. Iedereen ontluikt als een bezetene en een flinke dosis funk kan de boel tot een climax brengen. Moeten mensen wel de weg naar de Harrie vinden. Gelukkig is rook vanaf een afstand te ruiken en trekken klanken van een voltallige liveband meer de aandacht dan de repeterende house- en technobeats die uit de meeste tenten klinken. The Clouds zijn aan zet, dames en heren!
Zie ze het podium opkomen, met blikken zo gretig als die van topscorers op voetbalvelden. De eerste noot, de eerste toon, yes, het is aan. De zes twintigers in hun habitat en dat voel je aan alles. Hebben ze ook nog versterking vandaag, en wel in de persoon van Darin G, een ervaren toetsenist die ooit aan de basis stond van hiphopformatie D.A.C. en nu onder meer vaste waarde is in de band van Diggy Dex.
De groove is er meteen. Joèl is een met zijn gitaar, Marijn de Zwart vlamt op zijn bas en Tobias de Zwart drumt alsof zijn leven ervan afhangt. ‘Free at last!’, schreeuwt Bram Ravenhorst door de mic, om vervolgens raps te spitten met vuur op zijn tong. Roger Makizodila ontbloot zijn indrukwekkende bovenlijf, gooit er wat oerkreten uit en roffelt in volle vaart over zijn percussie-instrumenten. Maar de show steelt Bettina Eleanor, de bloedmooie zangeres van het stel, gezegend met een stem zo zuiver als kristal en zo krachtig als graniet. La grande dame van Three Little Clouds, hier staat ze en ze heeft maar één missie: fissa in de Harrie, niet zomaar een fissa, nee, een keiharde funkfissa!
Het duurt slechts een paar nummers voordat het toestromende publiek de boodschap begrijpt. Ik ga zelf in het hart van de tent zo op in de vibraties dat ik bijna vergeet een blik over mijn schouder te werpen. Tering, de hut loopt vol. En snel ook. Alsof er magnetische werking van de muziek van Three Little Clouds uitgaat. Armen gaan zwierend de lucht in, benen bewegen elastisch op de groove. God, wat lekker dit. Band en publiek, ze smelten samen in de Harrie.
Het is een ongekend energielevel dat de Clouds de hele show volhouden, alsof er geen break van anderhalf jaar heeft bestaan. Of alles vlekkeloos was, ik weet het niet eens, daarvoor werd ik te veel opgetild. Is dat niet precies wat we nodig hebben, hier en nu, met zoveel festivalminnende mensen eindelijk weer bij elkaar?
Inkopper natuurlijk. Ja, dit is wat we nodig hebben. Ik geef me over aan het moment en vergeet het virus en de toenemende verdeeldheid in ons land. Met twee shots vaccin in mijn lijf voel ik me veilig en kan ik gaan en staan waar ik wil; een gevoel van vertrouwen en vrijheid dat ik alle mensen gun. De anderhalvemeterregel lijkt gewist uit mijn systeem, al ervaar ik ook dat bezoekers elkaar meer de ruimte geven dan in vroegere, onbezorgdere tijden. Onbewust doe ik dat zelf ook. Wie lang op afstand heeft geleefd, neemt daar ontegenzeggelijk wat van mee.
Anyway, het publiek is één vandaag in de Harrie en dat is te danken aan Three Little Clouds. De hele tent vol én los gespeeld met eigentijdse funk. De lach van drummer Tobias lijkt op zijn gezicht gebeiteld. De vrijheid en het spelplezier gieren door zijn lichaam, dat ogenschijnlijk moeiteloos meebeweegt met het opzwepende ritme dat hijzelf mede bepaalt.
Buiten, backstage, volgt de ontlading. Mitchel en ik zien The Clouds een voor een op een wolk het podium afzweven en in elkaars armen landen. De lach van Tobias maakt plaats voor tranen. Emoties liggen dicht bij elkaar vandaag. Bram houdt hem stevig vast. Eén familie is het, dat voel je.
‘Thuiskomen man, echt thuiskomen’, zegt Bram als ik hem aanschiet voor wat after-the-show-quotes. ‘Het voelt zo goed mensen te zien dansen en genieten. Dat we dat eindelijk met elkaar kunnen delen, de energie in die tent. Er is echt niks dat dit gevoel evenaart. Zo fijn om op deze manier terug te komen.’
Hij was deze week een beetje ziek, een venijnig griepje hakte erin. Maar daar was op het podium niets van te merken. Het was de adrenaline, beaamt Bram. ‘Zo blij dat het weer mag. Dit is the greatest thing. Gewoon vrijheid. Je mist bijna twee jaar zo’n stuk van je identiteit. Deze groep is zo speciaal, maar we hebben elkaar wel minder gezien. Het is verbroederend en fijn te voelen dat het niet weg is. Het is alsof we vorige week speelden, maar dan vijf keer zo vet. De tent ging echt snel van niemand naar vol man. Dat is het Clouds-effect, we did it again.’
Mijn oog valt op Eleanor, haar gezicht glimt. ‘Dit hadden we allemaal nodig’, vertelt ze. ‘Mensen gingen twee keer zo hard. Vanaf het derde nummer was het al helemaal aan. Of ik zelf moest inkomen? Aan de ene kant wel, puur omdat we niet zo frequent meer samenspelen. Aan de andere kant: we halen onze energie uit spelen voor mensen. Dus het was meteen: yes, let’s go people!’
De afgelopen anderhalf jaar was voor Eleanor een periode van pieken en dalen. ‘Het was in het begin zonder shows lastig om de motivatie vast te houden. Het moraal werd minder, maar niet zo laag dat het uitdoofde. Want in de eerste plaats zijn we vrienden, dus kunnen we er lekker over zeiken met z’n allen, dat scheelt. Daarna denk je: als het loskomt moeten we het wel weer kunnen, dus let’s fucking go, repeteren en pokoes schrijven, dus dat hebben we gedaan. Joèl en Marijn zijn veel beter in produceren geworden. De laatste drie uitgebrachte nummers hebben we zelf geschreven, geproduceerd en afgemixt. Iedereen is muzikaal, schrijvend en vocaal gegroeid. We zijn samen gegroeid en dan sta je sterker. Dat is waarom we deze show vandaag hebben kunnen neerzetten.’
Ze ziet het zo: ‘Alle artiesten moesten in hun wave ineens stoppen toen corona kwam. Dan ligt het eraan wie zich het beste herpakt en doorzet na die tijd. Of deze show de bevestiging voor ons was? Ik hoop het. Het was voor ons in geval de boost om weer hard te gaan. We willen die rijdende trein weer opstappen en anders bouwen we onze eigen. We willen op wereldtour, man. Muzikale vrijheid en de wereld veroveren, daar gaan we voor.’
Tussendoor is Eleanor ook nog tweede geworden bij de Miss Nederland-verkiezing van dit jaar. ‘Een heel andere wereld. Was best intens, intenser dan ik had verwacht. Nederland is best wel een nuchter land. Ik deed eens mee aan een miss-verkiezing op de Filipijnen, daar is het de Olympische Spelen. Maar ook hier leeft het. Wat ik mooi vind: er wordt naar je verhaal geluisterd in plaats van dat je alleen het perfecte plaatje naar buiten moet zijn. Ik kan dus nog steeds mijn ding doen naast de band. Eigenlijk is dit allemaal uit de hand gelopen. Ik kwam deze band drie jaar geleden tegen op een barbecue. Ik wist niet dat ik wat kon bereiken met muziek, dus dit is zo tof. Ik wil graag zingen, dat is wat ik het liefste doe, zeker wel. Daarin kan ik lekker mijn ei kwijt, losgaan. Dus voor nu kies ik graag voor muziek.’
Dat hebben we gezien en gehoord vandaag. Onder de indruk vervolgen Mitchel en ik onze weg. Waarheen? Geen idee, we laten ons leiden door onze zintuigen. We dolen rond en vangen de vibe. Ook een uur lang afzonderlijk van elkaar, alleen met onze eigen gedachten en observaties. In de Treehouse onderga ik de aangenaam melodische set van de Roemeense DJ Arapu. Ook Mr. Scruff kan ik niet missen, de Britse legende in de dj-game die uiteenlopende genres weet samen te smelten tot één muzikale belevenis.
Ik voel de prikkels, al die mensen bijeen, die over elkaar buitelende klanken en lichteffecten. De grens van overprikkeling wordt echter niet bereikt. Het grote genieten wint het van de overweldiging.
Hoe zit dat bij de organisatie? Vandaag komen we Sijmen Stronks weer tegen, mede-eigenaar van Kultlab. Hem spraken we eerder tijdens Unmute Us voor de ouverture van de Ontluiking. ‘In het begin was het fucking onwennig, heel erg inkomen’, zegt hij nu. ‘Al die prikkels weer, man. Best heftig, maar wel heel leuk. Vooral dat je iedereen weer ziet. Je maten van de korte duur, de koetjes-en-kalfjesgesprekken. Bouwen aan dingen die mensen bij elkaar brengen, dat vinden we vet. Het bouwen vind ik zelfs leuker dan het festival zelf.’
Een korte stilte. ‘Dat hebben we dus heel lang niet gedaan. Twee jaar geleden was ons laatste event, toevallig hetzelfde festival, hier op de werf. Dat is toch ziek, zo lang? Je merkt qua energie dat mensen dubbel zo lekker gaan. Ik ben vooral fucking trots man, op iedereen die hieraan meewerkt, hoe ze hebben gedeald met de onzekerheid en al die factoren waar je geen invloed op hebt. Je hebt niet alleen het virus zelf, maar ook de spin-off van het virus. Medewerkers die totaal andere beroepen hebben gekozen, kennis en materialen die niet meer beschikbaar zijn. En toch hebben we binnen drie weken deze line-up gemaakt en binnen anderhalve maand deze productie opgetuigd. Dat is echt bizar.’
Zijn oog valt op een groep jonge horecatijgers die vanuit de crew-backstage het terrein opkomt. ‘Kijk, dit is toch ook geweldig. Die komen bar draaien. Dit is een mooi voorbeeld. In heel korte tijd hebben we mensen gefikst, met de hulp van een uitzendbureau. ’Sijmen poetst zijn glazen bol op en tuurt erin. ‘Het volgende vraagstuk: hoe gaat volgend festivalseizoen eruitzien? We blijven de onzekerheid nog wel even houden, denk ik. We hebben als branche laten zien dat we dit soort events veilig kunnen organiseren. De vraag is alleen: gaan ze testen voor toegang ook straks verplicht stellen? Dat betekent dat we een hek moeten zetten rond een concept als Lepeltje Lepeltje. Dat is kut, dan gaat het hele businessplan er vanaf. We worden gedwongen om op een andere manier naar onze concepten te kijken.’
Dan, alsof hij het zich nu beseft: ‘We zijn nu over de helft van het festivalseizoen, man. En dat duurt nog maar tot vanavond 11 uur. Het seizoen bestaat voor ons dit jaar uit deze twee dagen. Ik ga helemaal out als ik daarover nadenk. Wat dat betreft is het echt een wond die nog lang niet geheeld is. Dat we dit kunnen doen is superfijn, maar wel een pleister voor het bloeden hoor. Ondertussen moet iedereen om 12 uur stoppen, is de nacht nog steeds weg en mogen clubs nog steeds 75 procent draaien. Dat is echt te belachelijk voor woorden.’
Zorgen voor later. Nu gaan we op voor een verrukkelijke festivalfinale op de steeds sprookjesachtigere werf, die spettert, knalt, fonkelt en dat allemaal tegelijk. Dirk Tuizenga, collega van Sijmen, rept van een ‘gigantische ontlading’. Hij is verantwoordelijk voor het team van (foodtruck)cateraars en creatieve partijen die meewerken aan Into the Woods.
‘Alle creativiteit die ze anderhalf jaar hebben opgebouwd komt er nu uit’, constateert Dirk. ‘Ze hebben psychisch geleden, maar dat ze dan nog steeds in de startblokken staan om dit te doen, daar krijg je als volwassen man een beetje vochtige oogjes van. Normaal is dit een na-festival. Aan het einde van het seizoen kijken wat er nog in zit. Nu hebben we alles in korte tijd opgebouwd en in een keer knapt de ballon bij alle creatieve partijen. Dat is goed te merken.’
Hoe is het voor hemzelf? ‘Er valt een last van mijn schouders nu ik dit weer kan doen. Het is therapie gewoon, doen wat je echt wil doen. Ik heb er niet hoeven inkomen. Dit zit in je DNA, in één keer gaan. En we zijn niet helemaal gestopt, de beweging is gebleven. We hebben veel festivals georganiseerd die niet doorgingen. Alleen het echte vloerwerk heeft niet plaatsgevonden. Maar dit doen we al sinds we twaalf zijn, feestjes organiseren. Het kan niet mooier vandaag, het is echt fantastisch.’
Wij kunnen alleen maar instemmend knikken. Nu de avond vordert gaat ontluiking over in ontketening. Het moment is daar om vakkundig af te toppen. De Zwolse legende Rico blaast ons omver met zijn rake bars op housebeats. De meute springt bij het horen van klassiekers van Opgezwolle. Nog steeds relevant, deze oude baas.
Mitchel en ik willen dit festival in stijl afsluiten. We gaan de hoogte in. Zie de symboliek. We nemen de trap van de Boomboom, kunstwerk en stage ineen. Bij elke trede groeit de opwinding. Mijn hoogtevrees lijkt niet te bestaan. Ondertussen kijk ik over het terrein, dat met het intreden van het donkerte is getransformeerd tot een magische wereld vol licht en geluid.
Een kleine ingang doemt op. Het blijkt de poort naar een festivalhemel. Knus, laag, hutje-mutje. Een dromenvanger kondigt de vibe aan. De hypnotiserende house van het begeesterde duo dat draait onder de naam Lady Joker tilt iedereen nog een beetje meer op. Bovennatuurlijk. Een ultiem gelukkig ogende man houdt een glinsterende ballon vast. Een andere danser toont zijn liefde aan de dj’s. Connectie op de kleine dansvloer. Mitchel schiet zijn beelden, ik beschouw en glimlach. Hier, metershoog, voel ik in al mijn vezels: dit is de Ontluiking.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang onze prille producties als eerste.